Waarom wordt belasting geheven?
Een gemeente genereert geen winst zoals een private onderneming. De lasten die de gemeente jaarlijks maakt voor het lokaal bestuur en het onderhouden en in stand houden van wegen, riolering, scholen, openbaar groen etc. worden voor een groot gedeelte gedekt uit de van het Rijk ontvangen algemene uitkering. Omdat de algemene uitkering niet de volledige uitgaven dekt, moet de gemeente zelf ook baten genereren. Dit gebeurt door het heffen van belastingen en (privaatrechtelijke) heffingen.
Verschil algemene heffingen en specifieke heffingen:
Bepaalde belastingen/heffingen mogen alleen worden opgelegd als kosten worden gemaakt voor dit doel. Zo mag bijvoorbeeld de opbrengst van de afvalstoffenheffingen niet hoger zijn dan de kosten die hiervoor worden gemaakt. Er zijn ook belastingen/ heffingen die een algemeen karakter hebben. Deze zijn wat hoogte en besteding betreft niet voor een specifiek doel bestemd, maar dienen ter dekking van algemene uitgaven.
De heffingen van de gemeente Stein zijn:
- Onroerende Zaak Belastingen (OZB)
- Afvalstoffenheffingen
- Rioolheffingen
- Hondenbelasting
- Toeristenbelasting
- Leges
Totstandkoming van de tarieven:
Jaarlijks worden bij het vaststellen van de begroting ook de opbrengsten voor de belastingen/heffingen en retributies door de gemeenteraad vastgesteld. In de raad van 12 november 2020 wordt, na vaststelling van de programmabegroting 2021, per belasting/heffing een aparte verordening vastgesteld met daarin opgenomen het doel, de grondslag en de definitieve tarieven 2021 van de belasting/heffing.
Tarievenbeleid:
Op basis van het coalitieakkoord 'Kansrijk besturen' is in de Meerjarenbegroting 2020-2023 tot en met de jaarschijf 2023 geen indexering toegepast op de tarieven van de lokale heffingen. In het kader van de ombuigingen hebben we echter in de voorliggende Meerjarenbegroting 2021-2024 ook in de jaren 2021 en 2022 rekening gehouden met een indexering van 2% op de opbrengsten van de Onroerende Zaak Belasting, Hondenbelasting en Toeristenbelasting.
Voor de rioolheffing geldt het principe van 100% kostendekkendheid. Dat betekent dat de opbrengst van de rioolheffing voldoende moet zijn om de kosten die gemaakt worden voor de instandhouding en verbetering van het watersysteem te borgen. Schommelingen in de rioolheffing worden opgevangen middels de daartoe gevormde (egalisatie)voorziening.
Voor de afvalstoffenheffing geldt hetzelfde kader van kostendekkendheid. Bij deze heffing kan de ingestelde egalisatiereserve ingezet worden om schommelingen in de tarieven tegen te gaan. Uitgangspunt bij zowel de rioolheffing als de afvalvalstoffenheffing is dat niet uitgegeven middelen middels de voorziening respectievelijk egalisatiereserve ingezet worden om tariefstijgingen te dempen. Daarnaast wordt bij voortduring kritisch gekeken naar de uitgaven om daarmee de lasten voor inwoners en bedrijven te beperken.